De huidige molen bevindt zich in de Izegemsestraat 93, maar de oorsprong van de maalderij ligt in de Cijnsmolenstraat . Op dit adres stond in de jaren 1800 een oude boerderij met schuur en een authentieke wiekenmolen.

In  het jaar 1846 is Johannes Verhoest in deze woning getrokken en heeft als eerste in de lijn van de generaties Verhoest als maalder gewerkt. Johannes en zijn vrouw kregen kregen 2 zonen:; Charles en Petrus Verhoest. De oudste zoon Charles was oorspronkelijk de opvolger, maar na zijn huwelijk heeft hij de opvolging overgelaten aan zijn broer Petrus.

De originele wiekenmolen werd echter in de eerste wereldoorlog gebombardeerd en volledig verwoest. De activiteiten van de molen werden verdergezet in de schuur naast de boerderij. Petrus werd bij het malen geholpen door de zoon van zijn broer, Gerard.

Bij zijn oom leerde Gerard Verhoest de knepen van het vak en zette de maalderij verder. Hij kwam er in het jaar 1928 wonen en stichte er een gezin van 4 kinderen, waaronder Joseph Verhoest.

Joseph heeft de maalderij van zijn vader overgenomen in 1964. Zijn vader schonk hem een stuk grond in de Izegemsestraat waarop een schuur stond. Samen met zijn echtgenote verbouwden ze de schuur tot volwaardige maalderij. In 1968 werd de nieuwe molen in gebruik genomen.

Met de komst van Stephan Verhoest werd de opvolging van de maalderij verzekerd. Onder het beleid van Stephan en zijn echtgenote Mien heeft de molen doorheen de jaren vele vernieuwingen ondergaan.

De granen worden geleverd per vrachtwagen. Bij ontvangst neemt men verschillende stalen van de grondstof. In het labo wordt de kwaliteit beoordeeld van het graan op grond van bepaalde kenmerken waaronder: vochtigheid, bakwaarden en proteïnegehalte. Voldoet het graan aan alle voorwaarden kan kan gelost worden.

Voor de vermaling wordt het graan tot tweemaal toe gereinigd. Alle vreemde voorwerpen, niet-conforme granen, kleine granen, zand, stof en vuil worden verwijderd. Na de tweede reiniging wordt het graan opnieuw gesorteerd en opgeslagen in silo.

Om de kiem, de zemelen en het meellichaam van de graankorrel te kunnen scheiden, moeten de korrels eerst nat gemaakt worden zodat ze zachter worden en niet openspatten tijdens het malen. De natte graankorrels moeten daarna ongeveer 12 uur in een silo rusten. Na de rusttijd worden de granen gepeld om alle onzuiverheden te verwijderen die tijdens de bevochtiging loskwamen.

Verschillende soorten tarwe worden apart vermalen. De weging, de vermenging en zelfs de keuze van de silo verlopen computergestuurd.  Op geregelde tijdstippen in het productieproces worden stalen genomen. Deze bloem wordt getest op bakwaardige parameters. De vermaling verloopt in verschillende stappen, waarbij het graan door zeven met specifieke zeefafmetingen gaat. Zo wordt het graan na 10 vermalingen ingedeeld in diverse productcategorien met verschillende korrelgrootte. Dit proces wordt een paar keer herhaald en na diverse tussenstappen zijn de bloem, de kiem en de zemelen definitief van elkaar gescheiden.

Voor de tarwebloem goedgekeurd wordt, moet ze diverste tests ondergaan, wordt ze verbeterd en door de proefbakkerij op punt gesteld. Zo voldoet de bloem aan de bijzondere strenge kwaliteitsnormen. Het resultaat van de verschillende vermalingen vormt nu de basis voor verder mengingen om constante bakwaardige bloemsoorten te bekomen. De verdere verwerking gebeurt in menginstallaties waarin de tarwebloem tot een homogeen eindproduct verwerkt worden. De bloem is klaar voor gebruik en wordt nu naar de opslagsilos gestuurd.